C.3. Aanbevolen schijfindelingsschema

Voor een nieuwe gebruiker, een persoonlijke Debian computer, een thuiscomputer en andere situaties waarin de computer hoofdzakelijk slechts voor één persoon bestemd is, is een opstelling met één enkele /-partitie (plus swap) wellicht de makkelijkste en eenvoudigste oplossing. Als uw partitie echter groter is dan ongeveer 6GB, kies dan voor ext3 als partitietype. Ext2-partities hebben periodiek een integriteitscontrole nodig en dit kan tijdens het opstarten voor vertraging zorgen als de partitie redelijk groot is.

Voor systemen met meerdere gebruikers en systemen met veel schijfruimte is het beter om /var, /tmp en /home telkens op een eigen partitie te plaatsen, los van de /-partitie.

Misschien heeft u een aparte /usr/local-partitie nodig als u veel programma's denkt te installeren die geen deel uitmaken van de Debian-distributie. Als uw computer dienst zal doen als een e-mailserver, moet u misschien een aparte partitie voorzien voor /var/mail. Vaak is het een goede zaak om /tmp op een eigen partitie van bijvoorbeeld 20–50MB te plaatsen. Indien u een server met veel gebruikersaccounts installeert, is het over het algemeen aangewezen om een ruime aparte partitie voor te behouden voor /home. Over het algemeen verschilt de toegepaste schijfindeling per computer naargelang het gebruik dat er van gemaakt wordt.

Voor erg complexe systemen raadpleegt u best de Multi Disk HOWTO. Die bevat diepgaande informatie die vooral nuttig is voor aanbieders van internetdiensten (ISP's) en voor mensen die servers beheren.

Er bestaan verschillende opvattingen over de grootte van de wisselgeheugenpartitie (swap). Een goede vuistregel is om evenveel swap te gebruiken als het werkgeheugen waarover uw computer beschikt. In de meeste gevallen zou die partitie ook niet kleiner dan 16MB mogen zijn. Natuurlijk zijn er uitzonderingen op deze algemene regel. Indien u op een machine met 256MB werkgeheugen tegelijkertijd meer dan 10000 complexe rekenbewerkingen gaat uitvoeren, heeft u misschien wel een gigabyte (of meer) swap nodig.

Op sommige 32-bits architecturen (m68k en PowerPC) is de maximale grootte van een swap-partitie 2GB. Voor bijna elke installatie zal dit volstaan. Indien u echter zoveel wisselgeheugen nodig heeft, doet u er wellicht goed aan om het wisselgeheugen te spreiden over verschillende schijven (ook wel spindles of spoelen genoemd) en zo mogelijk ook over verschillende SCSI- of IDE-kanalen. De kernel zal het wisselgeheugengebruik evenredig verdelen over de verschillende swap-partities, wat tot betere prestaties leidt.

Een mogelijk voorbeeld is een oudere thuiscomputer met 32MB RAM-geheugen en een IDE harde schijf van 1.7GB op /dev/sda. Deze zou een partitie kunnen hebben van 500MB op /dev/sda1 met daarop een ander besturingssysteem, een swap-partitie van 32MB op /dev/sda3 en een Linux-partitie van ongeveer 1.2GB op /dev/sda2.

Als u een idee wilt krijgen van de ruimte die ingenomen wordt door bepaalde taken die u na de installatie van het systeem zou willen installeren, kunt u Paragraaf D.2, “De hoeveelheid schijfruimte die nodig is voor taken” raadplegen.