C.4. De benaming van apparaten in Linux

Onder Linux is de benaming van schijven en partities mogelijk anders dan bij andere besturingssystemen. Als u partities maakt en aankoppelt moet u de namen die door Linux gebruikt worden, kennen. Hierna volgt basisinformatie over het naamgevingsschema:

De partities op iedere schijf worden voorgesteld door aan de naam van de schijf een decimaal getal toe te voegen: sda1 en sda2 stellen de eerste en de tweede partitie voor op de eerse SCSI-schijf op uw systeem.

Hierna volgt een voorbeeld uit de praktijk. Laten we aannemen dat u een systeem heeft met 2 SCSI-schijven, de ene op het SCSI-adres 2 en de andere op het SCSI-adres 4. De eerste schijf (op adres 2) krijgt dan de naam sda en de tweede sdb. Als er zich op de schijf sda 3 partities bevinden, zullen die sda1, sda2 en sda3 heten. Hetzelfde geldt voor schijf sdb en haar partities.

Merk op dat als uw computer twee computerbusadapters voor SCSI heeft (d.w.z. twee SCSI-controllers), er verwarring kan ontstaan over de volgorde van de schijven. In dat geval is de beste oplossing om de opstartberichten in het oog te houden en deze informatie te koppelen aan wat u weet over het type en de grootte van de schijven.